Koper is een essentieel spoorelement dat onder andere belangrijk is voor de opbouw van spieren en bindweefsel, voor de energiestofwisseling en voor het goed functioneren van het zenuwstelsel. Een belangrijke stof dus die vooral zit in orgaanvlees, schaaldieren en peulvruchten. De juiste balans zorgt voor een goede functie. Maar wat als die balans verstoord raakt?
Het lichaam zorgt normaal gesproken zelf voor een goede balans van het kopergehalte. De werking daarvan is relatief simpel. Koper wordt door het lichaam opgeslagen in de lever, de lever zorgt vervolgens dat een teveel wordt afgescheiden. Zo wordt de balans bewaard.
Maar soms is er een foutje aanwezig waardoor het teveel aan koper niet wordt afgescheiden. In die gevallen gaat de koper “stapelen” in de lever. Daar is die lever niet op berekend en daardoor ontstaan er op den duur ontstekingen aan de lever (copper associated hepatitis). Van zo’n stapeling en ontsteking kunnen honden erg ziek worden. Een goed functionerende lever is van levensbelang; als dat fout gaat wordt een lichaam door zichzelf vergiftigd. Als dat niet wordt behandeld zelfs met de dood tot gevolg. Deze aandoening heet Koperstapeling.
Het is dus zaak om te vinden door welke fouten in de genen dit wordt veroorzaakt, zodat het zoveel mogelijk voorkomen kan worden. Hoewel al een tijd bekend was dat dit probleem speelde in enkele rassen is het ontwikkelen van een test een ander verhaal. Maar die is nu beschikbaar voor twee rassen: de labrador Retriever en de Dobermann.
De resultaten van de test zijn echter niet zo eenvoudig: er zijn meerdere genen betrokken bij dit probleem. Daarvan kunnen er drie worden getest.
Het gaat om:
- ATP7A
- ATP7B
- RETN
Let op: deze resultaten en conclusies zijn alleen van toepassing voor (kruisingen van) Labrador Retriever en Dobermann.
ATP7A
De ATP7A-variant wordt als gunstig beschouwd en kan het best worden omschreven als een nuttige modifiër van de schadelijke kopertoxicosevariant ATP7B. Daarmee wordt bedoeld dat de ATP7A-variant sommige symptomen van honden met ATP7B kan helpen verlichten. Met andere woorden: bij een Labrador of een Dobermann die vrij is van ATP7B, geeft de aanwezigheid van de ATP7A-variant géén gunstige maar ook géén schadelijke complicaties.
Let op: het ATP7A gen ligt op het X-chromosoom. Daarvan hebben teefjes er twee en zij kunnen dus lijder zijn. Reuen hebben slechts één X-chromosoom en zijn dan direct lijder, omdat er geen 2e X kan zijn die compenseert.
Noch de ATP7A- noch de RETN-varianten is met welke ziekte dan ook geassocieerd. Deze varianten worden alleen belangrijk bij dieren in combinatie met één of twee kopieën van de variant in het ATP7B-gen.
ATP7B
De overerving van deze mutatie is onvolkomen dominant, wat betekent dat één, maar ook twee exemplaren van dit gen de aandoening kunnen veroorzaken. Het is echter onvolledig penetrant, en dat betekent dat niet alle honden met één of twee exemplaren van de variant de ziekte zullen ontwikkelen. Bij de ene hond is het effect sterker dan bij de andere en de oorzaak daarvan is niet bekend. We weten wel dat honden met één exemplaar hebben een veel lager ziekterisico dan honden met twee exemplaren.
De af- of aanwezigheid van zowel RETN als ATP7A is medebepalend voor de aanwezigheid en ernst van de aandoening.
RETN
De RETN-variant wordt als gunstig beschouwd en kan het best worden omschreven als een nuttige modificator van de schadelijke kopertoxicosevariant ATP7B . De RETN-variant kan sommige symptomen van honden met varianten op ATP7B helpen verlichten. Als honden twee exemplaren van de normale ATP7B-variant hebben, geeft de aanwezigheid van de ATP7A-variant géén gunstige maar ook géén schadelijke complicaties.
Conclusie
Indien de hond een (kruising met) Labrador Retriever of Dobermann is:
ATP7A drager of lijder:
Dit is gunstig.
Deze mutatie zorgt er namelijk voor dat er minder koper uit voeding kan worden opgenomen door de hond. Teefjes met 1 kopie van ATP7A nemen iets minder koper op, en teefjes met 2 kopieën of reuen met 1 kopie nemen nog weer minder koper op dan dragers.
ATP7B
Zowel een drager als een lijder loopt risico op het ontwikkelen van koperstapeling. Lijders lopen duidelijk meer risico dan dragers. De aan- of afwezigheid van ATP7A en/of RETN hebben invloed op de uiting van de aandoening.
RETN
Dit is gunstig.
Deze mutatie kan sommige symptomen van honden met ATP7B helpen verlichten.
Indien de hond een ander ras is:
ATP7A:
Drager of lijder heeft geen van beide invloed op de gezondheid van het dier.
ATP7B
Voor zover nu bekend heeft noch drager, noch lijder invloed op de gezondheid van het dier.
RETN
Drager of lijder heeft geen van beide invloed op de gezondheid van het dier.
Voeding
Voeding kan een factor zijn die bij risicohonden als (kruisingen van) Labrador of Dobermann een rol speelt. Er is voeding die een hoog kopergehalte heeft. Indien uw hond dus een risicoras is en positief getest voor ATP7B, kan het zeker de moeite waard zijn te kijken naar het kopergehalte in de brok.
Voor versvoerders is het wat lastiger omdat daar het kopergehalte niet altijd gelijk kan zijn. Overleg met de producent kan dan verstandig zijn. Houd er rekening mee dat van KVV over het algemeen grotere porties worden gegeten dan van brok. De volledige test voor koperstapeling is onder andere verkrijgbaar via de testkits van Embarkvet.
Met dank aan Dogzine.eu