Nieuws

Koperstapeling

dinsdag, 09 juli 2024  

Koper is een essentieel spoorelement dat onder andere belangrijk is voor de opbouw van spieren en bindweefsel, voor de energiestofwisseling en voor het goed functioneren van het zenuwstelsel. Een belangrijke stof dus die vooral zit in orgaanvlees, schaaldieren en peulvruchten. De juiste balans zorgt voor een goede functie. Maar wat als die balans verstoord raakt?
 

Het lichaam zorgt normaal gesproken zelf voor een goede balans van het kopergehalte. De werking daarvan is relatief simpel. Koper wordt door het lichaam opgeslagen in de lever, de lever zorgt vervolgens dat een teveel wordt afgescheiden.  Zo wordt de balans bewaard.
Maar soms is er een foutje aanwezig waardoor het teveel aan koper niet wordt afgescheiden. In die gevallen gaat de koper “stapelen” in de lever. Daar is die lever niet op berekend en daardoor ontstaan er op den duur ontstekingen aan de lever (copper associated hepatitis). Van zo’n stapeling en ontsteking kunnen honden erg ziek worden. Een goed functionerende lever is van levensbelang; als dat fout gaat wordt een lichaam door zichzelf vergiftigd. Als dat niet wordt behandeld zelfs met de dood tot gevolg. Deze aandoening heet Koperstapeling.
Het is dus zaak om te vinden door welke fouten in de genen dit wordt veroorzaakt, zodat het zoveel mogelijk voorkomen kan worden. Hoewel al een tijd bekend was dat dit probleem speelde in enkele rassen is het ontwikkelen van een test een ander verhaal. Maar die is nu beschikbaar voor twee rassen: de labrador Retriever en de Dobermann.

De resultaten van de test zijn echter niet zo eenvoudig: er zijn meerdere genen betrokken bij dit probleem. Daarvan kunnen er drie worden getest.
Het gaat om:

  • ATP7A
  • ATP7B
  • RETN

Let op: deze resultaten en conclusies zijn  alleen van toepassing voor (kruisingen van) Labrador Retriever en Dobermann.

ATP7A

De ATP7A-variant wordt als gunstig beschouwd en kan het best worden omschreven als een nuttige modifiër van de schadelijke kopertoxicosevariant ATP7B. Daarmee wordt bedoeld dat de ATP7A-variant sommige symptomen van honden met ATP7B kan helpen verlichten. Met andere woorden: bij een Labrador of een Dobermann die vrij is van ATP7B, geeft de aanwezigheid van de ATP7A-variant géén gunstige maar ook géén schadelijke complicaties.

Let op: het ATP7A gen ligt op het X-chromosoom. Daarvan hebben teefjes er twee en zij kunnen dus lijder zijn. Reuen hebben slechts één X-chromosoom en zijn dan direct lijder, omdat er geen 2e X kan zijn die compenseert.

Noch de ATP7A- noch de RETN-varianten is met welke ziekte dan ook geassocieerd. Deze varianten worden alleen belangrijk bij dieren in combinatie met één of twee kopieën van de variant in het ATP7B-gen.

ATP7B

De overerving van deze mutatie is onvolkomen dominant, wat betekent dat één, maar ook twee exemplaren van dit gen de aandoening kunnen veroorzaken. Het is echter onvolledig penetrant, en dat betekent dat niet alle honden met één of twee exemplaren van de variant de ziekte zullen ontwikkelen. Bij de ene hond is het effect sterker dan bij de andere en de oorzaak daarvan is niet bekend. We weten wel dat honden met één exemplaar hebben een veel lager ziekterisico dan honden met twee exemplaren. 

De af- of aanwezigheid van zowel RETN als ATP7A is medebepalend voor de aanwezigheid en ernst van de aandoening.

RETN

De RETN-variant wordt als gunstig beschouwd en kan het best worden omschreven als een nuttige modificator van de schadelijke kopertoxicosevariant ATP7B . De RETN-variant kan sommige symptomen van honden met varianten op ATP7B helpen verlichten. Als honden twee exemplaren van de normale ATP7B-variant hebben, geeft de aanwezigheid van de ATP7A-variant géén gunstige maar ook géén schadelijke complicaties.

Conclusie

Indien de hond een (kruising met) Labrador Retriever of Dobermann is:

ATP7A drager of lijder: 

Dit is gunstig.
Deze mutatie zorgt er namelijk voor dat er minder koper uit voeding kan worden opgenomen door de hond. Teefjes met 1 kopie van ATP7A nemen iets minder koper op, en teefjes met 2 kopieën of reuen met 1 kopie nemen nog weer minder koper op dan dragers.

ATP7B 

Zowel een drager als een lijder loopt risico op het ontwikkelen van koperstapeling. Lijders lopen duidelijk meer risico dan dragers. De aan- of afwezigheid van ATP7A en/of RETN hebben invloed op de uiting van de aandoening.

RETN

Dit is gunstig.
Deze mutatie kan sommige symptomen van honden met ATP7B helpen verlichten.


Indien de hond een ander ras is:

ATP7A:

Drager of lijder heeft geen van beide invloed op de gezondheid van het dier.

ATP7B

Voor zover nu bekend heeft noch drager, noch lijder invloed op de gezondheid van het dier.

RETN

Drager of lijder heeft geen van beide invloed op de gezondheid van het dier.

Voeding

Voeding kan een factor zijn die bij risicohonden als (kruisingen van) Labrador of Dobermann een rol speelt. Er is voeding die een hoog kopergehalte heeft. Indien uw hond dus een risicoras is en positief getest voor ATP7B, kan het zeker de moeite waard zijn te kijken naar het kopergehalte in de brok.
Voor versvoerders is het wat lastiger omdat daar het kopergehalte niet altijd gelijk kan zijn. Overleg met de producent kan dan verstandig zijn. Houd er rekening mee dat van KVV over het algemeen grotere porties worden gegeten dan van brok.  De volledige test voor koperstapeling is onder andere verkrijgbaar via de testkits van Embarkvet
Met dank aan Dogzine.eu

Hoe kun je je huisdier verkoelen op warme dagen?

donderdag, 04 juli 2024  

In de hitte moet je goed voor jezelf zorgen, maar ook je huisdieren hebben extra zorg nodig. Want dat je een hond niet in de auto moet laten zitten, mag nu toch wel duidelijk zijn. Helaas gebeurt dit nog steeds. Mensen onderschatten namelijk vaak hoe snel de temperatuur in een auto kan oplopen, ook in de schaduw of met het raam een stukje open.

Achterlaten in de auto is echter niet de enige manier waarop je huisdier oververhit kan raken. Dieren kunnen over het algemeen niet heel goed tegen de hitte en daarom hier wat afkoeltips. En niet alleen voor honden, ook voor andere huisdieren. Want ook voor hen kan oververhitting dodelijk zijn.

  • Te warm

Sommige mensen vinden het lastig in te schatten wanneer een dier het te warm heeft. Maar er zijn signalen waar je op kunt letten. De slijmvliezen zijn rood en het dier voelt heet aan en ademt snel. Vaak willen zo ook niet eten en zijn ze lusteloos. Het kan voorkomen dat een hond ook gaat braken door oververhitting.

Voor vogels geldt dat ze vaak met de veren gespreid zitten en de snavel open.

·         Wat kun je doen?

Er zijn gelukkig manieren om je dieren te helpen als het te warm is. Zorg dat ze een koele plek hebben om te kunnen liggen en zorg voor vers drinkwater. Honden, katten, konijnen en knaagdieren kun je natmaken. Doe dit vooral bij de kop, oren, hals en poten.

Gebruik hiervoor echter geen ijskoud water. Door het plotselinge temperatuurverschil kunnen ze in shock raken en dood gaan. Ook zorgt het ervoor dat de bloedvaten samentrekken waardoor het nóg moeilijker wordt om warmte kwijt te raken.

·         Hitteshock

Is de oververhitting ernstig? Dan kan je dier een hitteshock krijgen. Dit herken je aan een snelle hartslag en ademhaling. Ook reageren ze niet of nauwelijks op prikkels. In dat geval moet je direct de dierenarts bellen en beginnen met koelen!

·         Honden

Honden kunnen hun warmte alleen kwijt door te hijgen. Er zitten daarnaast ook alleen in hun voetzooltjes zweetklieren. Zorg ervoor dat je hond bij warm weer een plek in de schaduw heeft. Ook is voldoende vers drinkwater erg belangrijk.

Zoals we al zeiden is het voor honden lastig om af te koelen. Daarom even een paar tips op een rijtje.

  • Als je ruimte hebt voor een zwembadje voor je hond is dat fantastisch. Ook als ze niet zwemmen, alleen in het water staan doet al een hoop.
  • Er zijn speciale koelproducten te krijgen voor honden. Bijvoorbeeld een koelmatje of –halsband. Zorg er wel voor dat je hond er niet op kauwt.
  • Ook honden kunnen verbranden door de zon. Als ze dus een dunne vacht hebben kan het geen kwaad om ze in te smeren met zonnebrandcrème
  • Maak geen lange wandelingen in de hitte en ga ook zeker NIET fietsen overdag. Doe dit hooguit vroeg op de ochtend of laat in de avond als het wat frisser is.
  • Laat je hond ook NOOIT achter in de auto. De temperatuur loopt daar binnen 10 minuten op tot 50 tot 70 graden. En dat is als je auto in de schaduw staat met het raampje open.
  • Met dank aan ZooLac.nl

Let op voor grasaren!

donderdag, 16 mei 2024  

Grasaren bij je hond

In de zomermaanden is het nog mooier om met je hond te wandelen. Het zonnetje schijnt heerlijk en je viervoeter rent enthousiast door het bospad. Toch loert er een gevaar om de hoek. Grasaren groeien langs de stoep en de weg en kunnen zorgen voor veel irritaties en uiteindelijk ontstekingen. Maar wat zijn grasaren, hoe herken je ze en wat kan je ertegen doen?

Wat zijn grasaren?

Grasaren zijn scherpe zaden van een wilde grassoort. Je vindt ze vooral langs de stoep en de weg op plekken waar het gras nauwelijks wordt gemaaid. Grasaren worden ook wel ‘kruipers’ genoemd. Ze hebben scherpe punten en weerhaken die steeds dieper in de huid en holtes van je huisdier kunnen komen. En ook voor mensen zijn ze vervelend, tijdens het wandelen wurmen ze zich makkelijk in je schoenen en sokken.

De zaden zijn gevaarlijk omdat ze weerhaakjes hebben. Dat zijn de ‘stekels’ die uit de aar groeien. De punt dringt makkelijk in de huid, en door de weerhaken blijven de aren makkelijk in de vacht steken. 

Ook kunnen ze in de neus, oren en ogen van je hond terecht komen en zelfs steeds dieper binnendringen. Daar kunnen ze ontstekingen veroorzaken. Daarom is het zo belangrijk om grasaren op tijd te herkennen en te verwijderen bij je huisdier.

Hoe zie je dat je hond last heeft van grasaren?

Controleer na wandelingen vooral rond de ogen, neus en in de huid tussen de tenen van je maatje. Hoe merk je bij je hond dat hij last heeft van grasaren?

Je hond:

  • Schudt vaak met zijn hoofd
  • Heeft kokhalsneigingen
  • Moet vaak niezen
  • Heeft een gezwollen pootje 
  • Loopt mank

Bij twijfel: maak een afspraak bij de dierenarts

Wees in de zomermaanden extra waakzaam wanneer je hond dit soort gedrag vertoont. Zeker wanneer een grasaar rond de ogen, neus, oren of in de keel terechtkomt kan je hem niet zelf verwijderen. Neem altijd contact op met je dierenarts als je vermoedt dat een grasaar daar terecht is gekomen.

Hoe bescherm je je hond tegen grasaren? 

Ook bij grasaren geldt: voorkomen is beter dan genezen. Er zijn verschillende dingen die je kan doen zodat je maatje zo min mogelijk last krijgt van grasaren.

Dit kan je doen:

  • Laat je hond tijdens het wandelen op de gebaande paden blijven. Let erop dat je hond niet door te hoog gras gaat rennen. 

  • Controleer je hond na elke wandeling. Vooral tussen de tenen, in de oren, onder de oksels en rond de liezen van je hond.

  • Kam de vacht van je hond goed uit na elke wandeling. Dan krijgen de grasaren geen kans om in de huid van je hond te kruipen. Honden met lange haren zijn extra kwetsbaar voor grasaren. Daar blijven de grasaren makkelijker in steken. 

Pas op met stokken en takken!

dinsdag, 09 april 2024  

Pas op met takken en stokken

We kennen het allemaal, de schattig filmpjes op internet met een klein eigenwijs hondje dat met een veel te grote tak in zijn bek wandelt en tegen een andere hond aan stoot – dit terwijl we kinderen altijd waarschuwen om niet met een lolly in de mond te rennen. Waarom dan wel bij honden? 

Ondanks dat de meeste mensen wel weten dat takken/stokken gevaarlijk voor honden kunnen zijn, zien we regelmatig honden met letsel hierdoor op de praktijk. Tijdens het gooien van een stok kan de hond ongelukkig geraakt worden (in het oog bv), maar ook door het vangen en tijdens het rennen en ravotten met een stok en vooral als de hond tegens iets aanloopt (een andere hond/boom) kan de stok in zijn keel schieten. Splinters kunnen afbreken en door het kauwen op stokken kunnen er ook nare gevolgen zijn.  
Iedere zomer komen deze spoedgevallen binnen, vooral in het weekend! 

Regelmatig zien we deze honden pas een paar dagen of zelfs weken later met klachten (en dan zijn hun baasjes al lang vergeten dat ze met takken hebben gespeeld of op een tak hebben zitten kauwen).   
De honden komen naar de praktijk met verschillende symptomen:  

  • Ze eten niet of hebben moeite met eten 
  • Kwijlen 
  • Stinken uit de bek 
  • Pijnlijke zwellingen (bek/hals/nek/ rond of achter het oog) 
  • Ze tonen vreemd gedrag – duidelijk ongemakkelijk 

Omdat de honden veel pijn hebben moeten ze onder narcose gebracht worden om ze te kunnen onderzoeken. De honden zijn als het ware gespiesd door een tak. 
In de afgelopen jaren hebben we veel gekke dingen gezien zoals; 
Beschadigde gehemeltes, afgebroken tanden, ernstige tongletsels, verwondingen langs en achter de tong waar de takken kunnen doordringen in dieper weefsel waar ze zenuwen en grote belangrijke bloedvaten kunnen beschadigen. Hierdoor kan het heel lastig zijn om de restjes tak en splinters hout eruit te halen. Sommige takken kunnen zo diep naar binnen dringen, dat ze zelfs achter de oogbol vast komen zitten (dan zie je zwelling van het oog). Takken kunnen ook door de slokdarm penetreren, zelfs naar de borstholte toe. 

Soms helpt het maken van een röntgenfoto om een tak te lokaliseren, maar kleine scherpe afgebroken stukken of splinters zie je niet op een röntgenfoto, dan moet er een CT-scan gemaakt worden. 
Helaas lukt het niet altijd om de takken zonder complicaties te verwijderen. Denk ook aan kleine splinters die achterblijven en zorgen voor langdurige, terugkomende ontstekingen of bloedvaten en zenuwen die door het trauma beschadigd worden. 
Een hoop ellende dus na iets wat leek op een leuk ontspannen spelletje tijdens de wandeling met je hond 
Dus deze zomer; laat de takken liggen, haal liever een frisbee of ander verantwoord speelgoed bij de dierenwinkel en geniet veilig van jullie wandeling.  
 
Bron: Dierenkliniek Putten !!

Illegale puppy’s nog altijd online te koop aangeboden in Nederland

woensdag, 29 november 2023  

Nog altijd worden veel pups illegaal geïmporteerd uit met name Oost-Europa en online te koop gezet op bijvoorbeeld Marktplaats of Puppyplaats. Dat stelt de internationale dierenwelzijnsorganisatie FOUR PAWS na een steekproef op advertentiesites. 

Stichting FOUR PAWS scande in de periode 2021-2022 honderden advertenties in Nederland en Groot-Brittannië. In Nederland werden 376 advertenties met pups verspreid over het land onderzocht. Daarvan bevatten er 154 “duidelijke aanwijzingen” voor illegale import, zegt FOUR PAWS.

Diverse misstanden

Sommige te koop aangeboden hondjes waren bijvoorbeeld jonger dan drie maanden, terwijl huisdieren pas op een leeftijd van minstens vijftien weken uit het buitenland naar Nederland mogen worden gehaald. Ook was de vaccinatiestatus van de dieren niet altijd duidelijk en waren de gezondheidscontroles vaak “dubieus.”

Kassa en House of Animals lieten twee jaar geleden al zien dat er veel misgaat bij de import van puppy’s. Illegale import kan de nodige consequenties hebben, waaronder een grotere kans op hondsdolheid (rabiës) bij pups. Uitgebreid onderzoek van Kassa en House of Animals in april 2021 liet nog zien dat 40 procent van geïmporteerde Hongaarse honden met gezondheidsklachten kampen.

Oproep aan kopers: wees alert

FOUR PAWS en de Nederlandse tak VIER VOETERS pleiten voor meer regulering en controle op die sites en roepen mensen die een puppy willen kopen op om zich vooraf goed te verdiepen in de regels en alert te blijven op illegale handel.  De online steekproef is niet representatief, maar geeft volgens de stichting wel een indicatie van de situatie op advertentiesites. ANP/Kassa

Bron: Vara-Kassa

Puppy kopen op marktplaats?

woensdag, 29 november 2023  

Puppy kopen op Marktplaats? ’Je staat meteen 1-0 achter’

Wil je een puppy kopen? Online verkoopplatform Marktplaats staat er vol mee. Is het verstandig om via deze weg een hondje te kopen? En waar moet je op letten als je besluit dit te doen? Wij vragen het Karen Soeters, van dierenbeschermingsorganisatie House of Animals.

Is Marktplaats een goed idee?

Wie op Marktplaats op het woord ‘pups’ zoekt, vindt duizenden advertenties. De kleine hondjes die op de afbeeldingen staan, zien er vaak ontzettend schattig uit, maar laat je daar niet door leiden. “Ik kan nu al zeggen, als je op Marktplaats begint, sta je 1-0 achter. We zien ontzettend veel malafide handel daar, dus doe het niet”, laat Soeters meteen weten.

Toch via Marktplaats? Zie de signalen

Doe je het toch? Wees dan alert op wie de hond aanbiedt en hoe de advertentie eruitziet. “Vaak komen de hondjes uit het buitenland en heeft de handelaar meerdere advertenties. De advertenties verschillen soms een beetje; in de ene staat dat de verkoper een particulier is en in de volgende staat weer dat het om een fokker gaat.”

Ook geeft Soeters aan dat je malafide fokkers – ook wel broodfokkers genoemd – vaak niet via e-mail kunt benaderen, maar enkel per telefoon. Allemaal geen goed nieuws.

Geen moederhond en geen vragen

Heb je eenmaal een afspraak gemaakt met een fokker? Ook dan zijn er ontzettend veel zaken die erop wijzen dat het niet in de haak is. Bijvoorbeeld als de moederhond niet aanwezig is bij het nestje. “Draai je dan om en ga weg. Ook als er dingen tegen je gezegd worden als ‘nou, nu kies je wel de mooiste uit het nestje, daar hebben we nog drie andere mensen voor.’ Dan weet je dat het foute boel is.”
Andere manieren van druk uitoefenen zijn ook slechte voortekenen, overigens, net als het uitblijven van vragen over jou en jouw woonsituatie. “Een fokker die liefde heeft voor de dieren, wil weten waar het dier terechtkomt en of het een goede eigenaar zal zijn. Slechte handelaren interesseert dat niets.”

Hond door het raam

Wat ook een teken aan de wand is, is als handelaren zeggen dat je de hond meteen mee kunt nemen of zelfs bij je thuis willen brengen. “Ga daar nooit in mee”, adviseert Soeters. Vraagt een fokker of je wil afspreken op een parkeerplaats om je de hond te overhandigen? Doe dat al helemaal niet. In de praktijk doen sommige mensen dit toch. “We hebben zelfs gezien dat een hond door het autoraam werd aangegeven.” 

Een andere rode vlag is een handelaar die geen adresgegevens wil delen. “Dan zeggen ze dat ze je dat geven als je onderweg bent en geven ze alleen aan welke richting je op moet. Ze weten natuurlijk ook wel dat er mensen undercover gaan om broodfok op te sporen, dus geen adres willen geven is absoluut niet goed.” 


Lijkt alles in orde? Nog een paar aandachtspunten

Gaan je alarmbellen niet af bij de fokker van jouw keuze, maar vraagt deze persoon je bijvoorbeeld wel om het hondje zelf op jouw naam te zetten? “Dat hoort de verkoper te doen. De enige reden waarom ze dit vragen, is omdat zo niet te herleiden is dat zij de hond vanuit het buitenland naar Nederland hebben gehaald.”

Ook vragen om contant te betalen, in combinatie met een van de hierboven genoemde kenmerken, is reden genoeg om rechtsomkeert te maken. Soeters licht toe: “dat wil niet zeggen dat fokkers die vragen contant af te rekenen allemaal slecht zijn, maar wees alert als deze persoon je bijvoorbeeld onder druk zet om snel te beslissen of als de moederhond er niet bij is als je komt kijken.”

Kijk niet naar de prijs

De prijs van de hond zegt overigens dan weer niets over de al dan niet malafide status van een fokker. “Een fokker die honden voor een paar honderd euro verkoopt, is niet per definitie broodfok. We zien dat sommige broodfokhandelaren ook honden verkopen voor een paar duizend euro. Mensen denken vaak dat ze aan de prijs kunnen afzien of het betrouwbaar is, maar dat is niet zo”, besluit Soeters.

Wil je meer weten over het herkennen van slechte fokkers? House of Animals heeft een brochure met daarin nog meer tips. 

Radar dook samen met House of Animals in de wereld van de illegale puppyhandel. De video die wij hierover maakten, zie je op ons YouTube-kanaal

Bron: Radar- Avrotros.

Sinterklaas is weer in het land.

woensdag, 22 november 2023  
Sinterklaas   Sinterklaas is weer in het land en er zijn alweer heel wat lekkernijen te verkrijgen in de winkels. Chocolade is giftig voor honden! Dit heeft te maken met de stof theobromine. Theobromine in chocolade is veilig voor de mens, maar kan dodelijk zijn voor honden. De reden hiervan is dat zij theobromine langzamer afbreken. Hoe donkerder de chocolade, hoe meer theobromine erin zit en des te giftiger het dus is. Chocolade vergiftiging komt vooral voor bij honden. Wanneer je huisdier chocola heeft gegeten, kunnen de volgende symptomen voorkomen:   Veel hijgen Veel drinken Buikpijn Braken, diarree Onrustig gedrag Trillen, zenuwverschijnselen Daarnaast kunnen er hartritmeproblemen optreden. Deze zijn thuis lastig te herkennen maar kunnen bij de dierenarts opgemerkt worden.   Neem bij bovenstaande symptomen bij je hond, na het eten van chocola, altijd contact op met je dierenarts!

DCM bij de Dobermann

vrijdag, 03 november 2023  

Overzicht

Wisdom Panel™ is verheugd om de lancering aan te kondigen van een baanbrekend panel van tests voor Dobermann Pinscher-fokkers om te screenen op het risico op gedilateerde cardiomyopathie (DCM). Als onderdeel van een samenwerking tussen onderzoeksgroepen uit verschillende landen – waaronder universiteiten in Helsinki, Bern, Ljubljana, München, Uppsala en Utrecht – nam Wisdom deel aan de grootste studie van Dobermann DCM tot nu toe, waarbij nieuwe genetische risicofactoren aan het licht kwamen. Dit aanbod is de eerste kans voor Dobermann-fokkers om deze ontdekkingen te gebruiken in hun fokprogramma’s. Dit is een bronnenpagina die we up-to-date houden met de meest actuele informatie!

Wat is Dobermann gedilateerde cardiomyopathie (DCM)?

DCM is een ernstige aandoening waarbij de wanden van het hart dun en zwak worden, wat leidt tot hartvergroting en uiteindelijk hartfalen als gevolg van een verminderd vermogen om bloed rond te pompen. Het is de op één na meest voorkomende hartaandoening bij honden en de prevalentie van gedilateerde cardiomyopathie (DCM) bij het Dobermann-ras wordt geschat op 58%. De aandoening komt meestal voor bij honden van middelbare tot oudere leeftijd, vaak voorbij de tijd van fokken, waardoor het vermogen om genetisch te screenen op het risico van deze aandoening cruciaal is voor de gezondheid van toekomstige generaties.

DCM is een complexe aandoening die wordt beïnvloed door erfelijke en niet-erfelijke factoren, en de tekenen van de ziekte variëren van persoon tot persoon. Aangetaste honden kunnen inspanningsintolerantie, aanhoudend hoesten, zwakte, gewichtsverlies, ademhalingsmoeilijkheden, flauwvallen of zwelling van de buik vertonen als gevolg van vochtophoping (bekend als ascites). Hoewel mannen en vrouwen gelijke percentages DCM hebben, hebben mannelijke Dobermanns meer kans om eerdere klinische symptomen en congestief hartfalen te vertonen dan vrouwen. Sommigen kunnen alleen hartritmestoornissen (onregelmatige hartslagen) ervaren, die bij maximaal 30% van de Dobermanns een plotselinge dood kunnen veroorzaken zonder andere symptomen.

Hoewel ons begrip van DCM en behandelingsopties blijft toenemen, blijft gedilateerde cardiomyopathie een ernstige aandoening. Omdat het een ongeneeslijke en progressieve aandoening is, ligt de focus van de behandeling op het beheersen van de progressie van de stoornis en het optimaliseren van de kwaliteit van leven.

Hoewel er geen remedie is, kunnen honden die DCM ontwikkelen therapie krijgen om aritmieën onder controle te houden, de hartfunctie te verbeteren en congestief hartfalen te beheersen. Bovendien kan het werken met een dierenarts aan geschikte dieet- en bewegingsplannen de kwaliteit van leven helpen verbeteren. En omdat stress klinische symptomen kan verergeren, kan het nuttig zijn om honden zo kalm en stressvrij mogelijk te houden.

De Dobermann-studie: DCM3 en DCM4

De Dobermann DCM-studie, die pas in september van dit jaar (2023) werd gepubliceerd, vertegenwoordigt het hoogtepunt van 20 jaar wetenschappelijk onderzoek naar Dobermanns. Meer dan 540 klinisch gekarakteriseerde Dobermanns in particulier bezit werden in het onderzoek opgenomen. Genoombrede SNP-array genotypering werd uitgevoerd op 431 honden en sequencing van het hele genoom op een afzonderlijke set van 13 honden, waarbij een statistisch significante associatie werd geïdentificeerd tussen DCM en twee regio’s op hondenchromosoom 5. Belangrijk is dat deze bevinding een eerdere studie van DCM bij Dobermanns in Duitsland en het Verenigd Koninkrijk repliceert, wat geloofwaardigheid en vertrouwen toevoegt aan de chromosoom 5-associatie.

Uit deze analyses kwamen twee zeer significante varianten (SNP-markers) naar voren, beide op chromosoom 5: chr5:53,109,178 (DCM3) en chr5:60,531,090 (DCM4). Hoewel deze markers relatief dicht bij elkaar op chromosoom 5 staan, lijken ze onafhankelijk bij te dragen aan het ziekterisico, hoewel het aantal (en de combinatie) van risicovarianten het algehele risiconiveau beïnvloedt. Er werd geen verband gevonden voor DCM-risico tussen DCM1 (PDK4) en DCM2 (TTN) varianten in deze Europese onderzoeksset, in lijn met een eerdere Europese studie.

DCM3 is geassocieerd met minder algemeen risico, maar volgt een dominant overervingspatroon, met een verhoogd risico geassocieerd met één of twee kopieën van de risicovariant. DCM4 wordt geassocieerd met een groter risico op de ontwikkeling van DCM, maar volgt een recessief overervingspatroon, waarbij een verhoogd risico alleen wordt geassocieerd met honden die twee exemplaren van de risicovariant dragen in afwezigheid van DCM3.

Please note that the causal risk variants were not identified in the study and that DCM3 and DCM4 are highly associated linkage markers.

Lees hier meer over het onderzoek en de bevindingen.

Gebruik van DCM3- en DCM4-testresultaten

Risico’s:

Op basis van de snelheid van ontwikkeling van DCM bij de onderzoekshonden, hebben we de volgende risicocategorieën ontwikkeld om de interpretatie te vergemakkelijken. Houd er rekening mee dat zelfs honden die geen kopieën van de DCM3- en DCM4-varianten dragen, nog steeds risico lopen op DCM vanwege de complexe en multifactoriële aard van de ziekte, maar een veel lager risico lopen dan andere categorieën.

Laag risico: 0-50% kans om DCM te ontwikkelen tijdens hun leven

Gemiddeld risico: 51-75% kans om DCM te ontwikkelen tijdens hun leven

Hoog risico: 76-99% kans om DCM te ontwikkelen tijdens hun leven

Hoogste risico: 100% kans om DCM te ontwikkelen tijdens hun leven

Uitsplitsing van de Dobermann-populatie naar genotype:

Percentages tellen niet op tot 100% door afronding.

Wat te doen in het ras als geheel?

Vanwege het beperkte aantal honden zonder kopieën van DCM3- of DCM4-varianten en de complexe aard van DCM, moeten fokkers proberen de frequentie van honden met het hoogste risico gedurende vele generaties langzaam te verminderen. Door dit te doen, kunnen de goede eigenschappen en genetica van honden met het hoogste risico veilig worden doorgegeven aan toekomstige nesten, terwijl het risico op de ontwikkeling van DCM op korte termijn stapsgewijs wordt verminderd. Het doel om alle dragers van risicofactoren uit de populatie te elimineren is verleidelijk in het licht van de ernst van de ziekte, maar dit riskeert het overmatig gebruik van sommige stieren, de vorming van knelpunten in de populatie en verlies van genetische diversiteit in het ras. Elke fokbeslissing zal daarom op maat moeten worden gemaakt en, idealiter, moeten worden genomen in het licht van de gezondheid van het hele ras.

Wat te doen in individuele fokprogramma’s?

Een hond mag niet worden uitgesloten van de fokkerij op basis van een risicopanel, maar op basis van een holistische evaluatie van hun verdienste voor het ras. Dragers, inclusief honden met een hoog en het hoogste risico, moeten worden gekoppeld aan complementaire honden om langzame, positieve vooruitgang te boeken in de richting van alle nesten met een laag risico zonder bloedlijnen te verliezen. DCM4 heeft een sterkere invloed op het risico en een recessieve overerving. Het wordt daarom aanbevolen dat fokkers zich eerst richten op het verlagen van de DCM4-frequentie in het ras, terwijl ze andere DCM-risicofactoren in evenwicht houden.

The table below shows some example matings, aiming to lower the risk in the offspring where possible, even when one of the parents is a high or medium risk individual.

Parent 1 (genotype  DCM3/DCM4)Parent 2 (genotype DCM3/DCM4)Possible genotypes of puppies (percentages are what would be expected on average)
AA/GG 0/0 copiesAA/GG 0/0 copies100% low risk (AA/GG or 0/0 copies)
AA/GG 0/0 copiesAA/AG 0/1 copies100% low risk (50% AA/AG or 0/1 copies, 50% AA/GG or 0/0 copies)
AA/GG 0/0 copiesAA/AA 0/2 copies100% low risk (AA/AG or 0/1 copies)
AA/GG 0/0 copiesAG/GG 1/0 copies50% low risk (AA/GG or 0/0 copies), 50% medium risk (AG/GG or 1/0 copies)
AA/GG 0/0 copiesGG/GG 2/0 copies100% medium risk (AG/GG or 1/0 copies)
AA/GG 0/0 copiesAG/AG 1/1 copies25% low risk (AA/GG or 0/0), 25% medium risk (AG/GG or 1/0 copies), 25% low risk (AA/AG or 0/1 copies), 25% medium risk (AG/AG or 1/1 copies)
AG/GG 1/0 copiesAA/AG 0/1 copies25% low risk (AA/GG or 0/0 copies), 25% medium risk (AG/GG or 1/0 copies), 25% low risk (AA/AG or 0/1 copies), 25% medium risk (AG/AG or 1/1 copies)
GG/GG 2/0 copiesAA/AG 0/1 copies50% medium risk (AG/GG or 1/0 copies), 50% medium risk (AG/AG or 1/1 copies)
GG/AA 2/2 kopieënAA/GG 0/0 kopieën100% gemiddeld risico (AG/AG of 1/1 kopieën)
GG/GG 2/0 kopieënAG/GG 1/0 kopieën50% gemiddeld risico (AG/GG of 1/0 kopieën), 50% hoog risico (GG/GG of 2/0 kopieën)

Over DCM1- en DCM2-testen:

De DCM1- en DCM2-ontdekkingen werden gedaan in een Amerikaanse populatie Dobermanns. Aanvullende studies suggereren echter dat DCM1 (https://doi.org/10.1111/j.1365-2052.2012.02396.x) en DCM2 (https://doi.org/10.1186/s13073-023-01221-3) geen voorspellend zijn voor het DCM-risico bij Europese Dobermanns. De bevindingen van de oorspronkelijke DCM1- en DCM2-studies bij Amerikaanse Dobermanns zijn tot op heden niet gerepliceerd.

DCM3 en DCM4 werden daarentegen geïdentificeerd met behulp van Dobermanns uit Duitsland en Finland, en verder gevalideerd met Dobermanns uit Nederland, Slovenië en Zweden. Dit repliceerde een eerdere studie met Dobermanns uit Duitsland, die werd gevalideerd met Dobermanns uit het VK. Er is echter verder onderzoek nodig om de klinische relevantie van deze risicovarianten in Amerikaanse en andere Dobermann-populaties te begrijpen.

We raden aan om DCM1 en DCM2 als eerste te beschouwen, DCM3 en DCM4 als tweede bij Amerikaanse Dobermanns, en DCM3 en DCM4 voornamelijk bij Europese Dobermanns, totdat aanvullende informatie over het risico binnen verschillende subpopulaties van het ras wordt begrepen. Waar mogelijk is het raadzaam om weg te fokken van risicovarianten door een afgemeten strategie te gebruiken om de diversiteit binnen het ras te behouden. Dit advies mag het gebruik van geïmporteerde lijnen niet ontmoedigen om de diversiteit te behouden.

Voor Amerikaanse Dobermanns:

De DCM1- en DCM2-varianten worden beide als autosomaal dominant beschouwd, wat betekent dat er slechts één kopie van een van deze varianten aanwezig hoeft te zijn om een Dobermann een verhoogd risico op DCM te geven, en ze zijn niet geassocieerd met de geslachtschromosomen. Niet alle honden met de risicovariant(en) zullen DCM ontwikkelen, dus de varianten zijn van onvolledige penetrantie. Maar zelfs als een dragerhond zelf geen DCM tot expressie brengt, kunnen ze de risicovariant(en) doorgeven aan hun puppy’s.

Net als bij DCM3 en DCM4 varieert het risico op het ontwikkelen van DCM op basis van de combinatie van erfelijke varianten. Honden met één kopie van een enkele variant (DCM1 of DCM2) worden beschouwd als een hoger risico dan honden zonder een van beide risicovarianten, en honden die beide risicovarianten erven, worden beschouwd als honden met het hoogste risico om DCM te ontwikkelen.

Net als bij DCM3 en DCM4 wordt aanbevolen om paringsparen te selecteren op basis van complementaire genotypen, zodat genotypen met een hoog risico bij het nageslacht worden vermeden. Honden met één exemplaar van een enkele variant (DCM1 of DCM2), of honden met twee exemplaren van een enkele variant, mogen niet worden uitgesloten van de fokkerij en, idealiter, worden gekoppeld aan een hond die vrij is van een van beide varianten. Om ervoor te zorgen dat zo min mogelijk puppy’s in de hoogste risicocategorie vallen, is het belangrijk om waar mogelijk uitkomsten te vermijden waarbij honden zowel DCM1- als DCM2-risicofactoren kunnen erven. Volgende generaties moeten worden getest voordat fokparen worden gekozen om de aandoening in het ras op verantwoorde wijze te beheren en geleidelijk te werken aan het verminderen van de incidentie ervan.

DCM1 en DCM2 Risicodefinities:

  • 37% van de Dobermanns met één of twee kopieën van de DCM1-risicovariant zal DCM ontwikkelen
  • 50% van de Dobermanns met één of twee kopieën van de DCM2-risicovariant zal DCM ontwikkelen
  • 60% van de Dobermanns met één of twee exemplaren van de DCM1-variant en één of twee exemplaren van de DCM2-variant zullen DCM ontwikkelen

(hier herdrukt op basis van de categorieën van de onderzoekers die voor het eerst de DCM1- en DCM2-varianten identificeerden)

Houd er rekening mee dat naarmate het onderzoek naar risicofactoren voor de ontwikkeling van Dobermann DCM voortduurt, ons begrip van deze risicovarianten ook kan veranderen.

Volgende stappen: hoe u kunt helpen

Wisdom Panel plant een onderzoek om de bevindingen van de DCM3/DCM4-studie in een Noord-Amerikaanse groep Dobermanns te valideren, en om de associatie van DCM1/DCM2 met DCM en het gecombineerde risico voor alle vier de risicomarkers opnieuw te evalueren. Hiervoor zijn DNA-monsters van Dobermanns nodig met resultaten van cardiale screening (echocardiogrammen en Holter-monitoring). We bevinden ons nog in de beginfase van het plannen van dit onderzoek en zullen hier meer informatie plaatsen over hoe fokkers kunnen deelnemen zodra de onderzoeksopzet is afgerond.

FAQ:

Hoe nauwkeurig zijn DCM3- en DCM4-tests?

De markers die voor onze tests zijn gebruikt, zijn dezelfde als die in de gepubliceerde studie, en de frequentie waarmee we de varianten vonden, was vergelijkbaar met die gevonden bij Dobermanns in de studie. Alle wanordetests die wij aanbieden, worden beoordeeld op hun betrouwbare prestaties als onderdeel van een gestandaardiseerd kwaliteitsborgingsproces, met een verwachte nauwkeurigheid van >99,99%.

Is het testen van DCM3/DCM4 belangrijk voor alle Dobermanns, of alleen voor Europese?

Hoewel het onderzoek niet werd uitgevoerd bij Dobermanns van Noord-Amerikaanse afkomst, waren er wel Dobermanns uit verschillende Europese landen bij betrokken. De frequenties waarmee de varianten werden gevonden, waren vergelijkbaar tussen Noord-Amerikaanse en Europese Dobermanns, en de betrokken genen zijn betrokken bij een gezond hartfunctioneren, dus we hebben bewijs om aan te nemen dat deze varianten ook het risico op DCM-ontwikkeling in Noord-Amerikaanse lijnen van Dobermanns beïnvloeden. We plannen een studie om te bevestigen dat ze in de toekomst geassocieerd zijn met DCM-risico bij Noord-Amerikaanse Dobermanns.

Waarom biedt niemand anders DCM3- en DCM4-testen aan?

Wisdom Panel nam deel aan het oorspronkelijke onderzoek, dus we waren in staat om als eerste nauwkeurige tests te ontwikkelen om honden te screenen als onderdeel van onze bijdrage aan dat onderzoek.

Hoe verhouden DCM3 en DCM4 zich tot DCM1 en DCM2 in termen van risico voor mijn hond?

Het korte antwoord is dat de meest recente, krachtigste studie tot nu toe geen verband vond tussen DCM1 en DCM2 met het risico op DCM-ontwikkeling bij Europese Dobermanns, maar wel een verband met risicofactoren op chromosoom 5 (DCM3 en DCM4). Andere studies hebben vergelijkbare bevindingen opgeleverd – geen associatie van DCM1 en DCM2 met DCM, en risico geassocieerd met varianten op chromosoom 5 bij Europese Dobermanns. Niemand heeft tot nu toe geprobeerd om de originele studies van DCM1 en DCM2, of DCM3 en DCM4 in Noord-Amerikaanse lijn Dobermanns te repliceren, dus het totale risico voor die groep blijft onbevestigd.

Als blijkt dat mijn hond een hoog risico loopt om DCM te ontwikkelen, moet ik dan met mijn dierenarts praten over het starten van een medische behandeling?

Als uw hond genetisch als een hoog risico wordt beschouwd, praat dan met uw dierenarts over zijn/haar aanbevolen schema voor echocardiogram en Holter-screening voor uw hond, en wanneer en of u met behandelingen moet beginnen.

Moet ik dragers gebruiken in mijn fokprogramma?

Gemiddeld is slechts 9% van de Dobermann-populatie DCM3- en DCM4-negatief, dus het gebruik van dragers wordt niet alleen aanbevolen, het is ook noodzakelijk in de beginfase van het genetische populatiebeheer van DCM. Na verloop van tijd, en een groter aandeel honden met een lager risico, kan het gebruik van honden met het hoogste risico in de fokkerij worden verminderd, maar dit moet over vele generaties plaatsvinden. Het eerste doel moet zijn om het hoogste risico bij puppy’s te verminderen.

Moet ik DCM3/DCM4-honden met een hoog of hoogste risico gebruiken in mijn fokprogramma?

41% van de Dobermann-populatie valt in de hoge of hoogste risicocategorieën, dus het gebruik van deze honden in de fokkerij wordt niet alleen aanbevolen, het is ook noodzakelijk in de beginfase van genetisch populatiebeheer van DCM. Er moet aandacht worden besteed aan het paren van honden met complementaire genotypen. Voorbeelden van koppelingsopties worden eerder op deze pagina vermeld om het aantal puppy’s met een hoog risico te beperken en de hoogste risicocategorie te vermijden. Na verloop van tijd, en een groter aandeel honden met een lager risico, kan het gebruik van honden met het hoogste risico in de fokkerij worden verminderd, maar dit moet over vele generaties plaatsvinden.

Wat moet ik doen als mijn hond terugkomt met een hoog risico op DCM op basis van DCM3/DCM4-testen?

Evalueer uw hond op zijn totale verdienste voor uw fokprogramma zoals u normaal zou doen – zijn temperament, zijn exterieur, zijn atletisch vermogen en talent, zijn genetische screeningsresultaten, zijn andere gezondheidsscreeningresultaten, zijn unieke bijdragen aan de genetica van uw kennel en het ras, enz. Als ze van uitstekende verdienste zijn, maar een hoog of hoog risico lopen op de ontwikkeling van DCM, houd er dan rekening mee dat 41% van de Dobermann-populatie in deze categorie valt en overweeg om ze te fokken met een complementaire hond die puppy’s met een lager risico zal produceren. Het is uiteindelijk aan u om het uiteindelijke oordeel te vellen, in het besef dat DCM-risico’s gedurende vele generaties moeten worden beheerd.

Mijn hond deed mee aan het oorspronkelijke onderzoek, maar ik kreeg geen resultaten. Kan ik opnieuw testen bij jullie?

Ja! We bieden graag gratis hertesten voor Dobermanns in de oorspronkelijke studie. Bezorg breeder@wisdomhealth.com een bewijs van deelname en we geven u graag een promotiecode voor een gratis kit.

Ik heb eerder getest met MyDogDNA/Optimal Selection. Kan ik bijgewerkte resultaten ontvangen?

Neem contact op met de klantenservice op breeder@wisdomhealth.com om te informeren naar het opnieuw testen van uw Dobermann tegen gereduceerde kosten. Geef uw originele voorbeeld-ID op in uw e-mail om het proces te versnellen.

Mijn hond is eerder getest op DCM1 en DCM2, moet ik voor het hele panel betalen om DCM3- en DCM4-resultaten te ontvangen?

We begrijpen dat sommige van de tests die zijn opgenomen in Optimal Selection™ of MyDogDNA® mogelijk niet relevant zijn voor alle individuen. Maar we kunnen geen specifieke tests uitkiezen. Een van de redenen waarom onze fokkerstesten zo uitgebreid en betaalbaar zijn, is omdat het een geautomatiseerde paneltest is. Met andere woorden, het kost minder om over alle varianten te rapporteren met behulp van onze aangepaste chip dan om individuele tests uit te voeren.

Wat is het risico van mijn hond als hij een laag risico heeft op DCM1 en DCM2, maar een hoog risico op DCM3 en DCM4 of vice versa?

De relatie tussen DCM1/DCM2 en DCM3/DCM4 is duidelijk voor Europese Dobermanns – DCM3- en DCM4-risico’s zijn van bewezen belang en DCM1/DCM2 hebben geen verband met risico. Voor Noord-Amerikaanse Dobermanns is de relatie tussen risico en DCM1-, DCM2-, DCM3- en DCM4-resultaten minder duidelijk, maar DCM3 en DCM4 zijn waarschijnlijk even significant voor het ziekterisico of meer dan DCM1 en DCM2 op basis van de bevindingen van de meest recente studie.

Waarom is het DCM3/DCM4-onderzoek belangrijk?

Het is de krachtigste studie tot nu toe over het onderwerp Dobermann DCM, met 540 Dobermanns in particulier bezit, en beslaat een periode van 20 jaar, tussen 1999 en 2019. De resultaten verfijnden de bevindingen van een eerdere studie over een geassocieerde risicomarker op chromosoom 5, samen met de ontdekking van een tweede, meer invloedrijke marker, ook op chromosoom 5. Net als bij eerdere publicaties betwistte het de significantie van DCM1 (PDK4) en DCM2 (TTN) risico bij Europese Dobermanns.

Waren er gevolgen voor de leeftijd of de incidentie van DCM op de voeding of levensstijl?

In de DCM3/DCM4-studie werd leefstijl of voeding niet onderzocht als uitsluitings- of inclusiecriterium voor deelname aan de studie. Recente publicaties van de FDA en anderen hebben de mogelijke impact van BEG-diëten (boetiek-, exotisch en graanvrij) op de incidentie van DCM bij veel rassen besproken. Met name “het eten van voedsel voor huisdieren dat erwten, linzen, andere peulvruchtenzaden of aardappelen bevat” als een van de eerste 10 ingrediënten werd geïdentificeerd als risicofactoren. Volgens sommige voedingsdeskundigen zijn Dobermanns echter mogelijk ondervertegenwoordigd in de gerapporteerde gevallen, deels omdat dierenartsen uitgaan van een genetische oorzaak van DCM bij bepaalde rassen die er vatbaar voor zijn. Taurinedeficiëntie bleek het probleem te zijn in een aantal van de gemelde gevallen, terwijl van anderen werd vermoed dat ze een ander, nog onbekend, voedingsmechanisme hadden. Dobermanns met genetische DCM verbeteren niet met taurinesuppletie als ze niet al een tekort hebben.

Hoe zit het met honden met alleen hartritmestoornissen / VPC’s?

Historisch gezien werd een bepaald aantal VPC’s (ventriculaire premature contracties, een soort aritmie) binnen 24 uur beschouwd als diagnostisch voor verborgen of stadium II DCM, maar in het licht van de bevindingen van de meest recente studie is aanvullend onderzoek nodig. In de meest recente studie werden honden met alleen VPC’s en een normaal echocardiogram niet verklaard door de DCM3- en DCM4-risicofactoren. Helaas vormden de honden in die groep niet voldoende steekproefomvang om geassocieerde risicomarkers te ontdekken.

Zijn DCM3- en DCM4-markers gekoppeld of direct?

Hoewel de DCM3- en DCM4-markers zeer significant zijn, zijn ze een signaal van waar in het DNA het causale defect zich bevindt, in plaats van de werkelijke causale risicofactoren te zijn. Van de genen RNF207 en PRKAA2, die mogelijk een rol spelen in de hartspierfunctie, werd bevestigd dat ze abnormale RNA-transcripten hebben bij RNA-analyse van DCM-aangetaste honden. De exacte locaties van de mutaties die de abnormale expressie van RNF207 en PRKAA2 veroorzaken, werden echter niet gevonden. Aangezien de causale varianten in deze studie niet werden geïdentificeerd, gebruikt deze test DCM3 en DCM4 als twee sterk geassocieerde koppelingsmarkers, in plaats van de causale varianten.

Wat is de betekenis van DCM1-, DCM2-, DCM3- en DCM4-varianten bij andere rassen?

Alle vier de momenteel aangeboden varianten zijn gevonden in andere rassen. Hun rol in de ontwikkeling van DCM of DCM-risico bij die rassen is nog niet bekend. Om deze reden rapporteren we op dit moment alleen de 4 DCM-varianten in Dobermanns.

Hoe geef ik prioriteit aan DCM-risicotesten met andere aanbevolen tests – heupdysplasie, vWD, oogaandoeningen?

Heupdysplasie (HD), de ziekte van von Willebrand, DCM-screening (genetisch en anderszins) en oogaandoeningen, zoals PHTVL/PHPV (persistent hyperplastic tunica vasculosa lentis/persistent hyperplastic primair glasvocht) moeten allemaal worden beschouwd als onderdeel van een holistisch fokbeheerplan. Evalueer uw hond op zijn totale verdienste voor uw fokprogramma zoals u normaal zou doen – zijn temperament, zijn exterieur, zijn atletisch vermogen en talent, zijn genetische screeningsresultaten, zijn andere gezondheidsscreeningresultaten, zijn unieke bijdragen aan de genetica van uw kennel en het ras, enz. Het kan nuttig zijn om rekening te houden met de relatieve ernst en gemeenschappelijkheid van de aandoeningen die u probeert in evenwicht te brengen, evenals met de beschikbare behandelingen. Zo bevindt 41% van de Dobermann-populatie zich in de categorie met een hoog of hoogste risico en 36% in de categorie met een gemiddeld risico voor DCM, een dodelijke ziekte. Ter vergelijking: ongeveer 7% van de Dobermanns loopt een hoog risico (draag twee exemplaren) voor de ziekte van von Willebrands type I (vWD I ), en 41% loopt een laag risico (draag één exemplaar) voor vWD I, een stollingsstoornis die in ernst varieert van milde tot ernstige bloedingsneigingen, en het risico kan worden verminderd door een passende planning. Het is uiteindelijk aan u om het uiteindelijke oordeel te vellen, in het besef dat DCM-risico’s gedurende vele generaties moeten worden beheerd.

Herfst tips voor de hond

woensdag, 11 oktober 2023  

Herfsttips voor honden

De herfst is een heerlijk seizoen om lekker lange wandelingen te maken met jouw trouwe viervoeter. Het bos ziet er prachtig uit. De herfst is ook een seizoen om weer op een aantal nieuwe dingen te letten. Lees snel verder voor herfsttips voor hondeneigenaren.

Herfstweer

Naast de mooie natuur staat de herfst ook bekend om het gure weer. Het wordt kouder en er valt veel regen. Let er nu op dat je lieve hond een goede lichaamstemperatuur aanhoudt. Honden met een dunne vacht of als ze geschoren zijn (na bijvoorbeeld een operatie) kunnen vooral snel afkoelen. Hiervoor kan je ze een speciale honden(regen)jas aandoen. Het kan gevaarlijk zijn als een hond uit plassen gaat drinken. Plassen kunnen veel bacteriën bevatten die gevaarlijk zijn. Waaronder de bacterie die de ziekte van Weil veroorzaakt. De ziekte van Weil wordt overgedragen door rattenurine in bijvoorbeeld plassen. Het is dus erg belangrijk om goed op te letten dat jouw trouwe viervoeter niet uit plassen drinkt. Bij stormachtig weer kunnen honden soms erg angstig zijn. Blijf op dit soort momenten bij je maatje en stel hem gerust door knuffels en tegen hem praten.

De dagen worden korter

En dus wordt het weer eerder donker! Als je gaat wandelen met je hond in het donker, is het wellicht een goed idee om een lichtgevend halsbandje aan te schaffen. Hierdoor is jouw maatje goed zichtbaar voor alle weggebruikers

Eikels, kastanjes en dennenappels

Dit zijn voor honden hele leuke speeltjes. In eikels (vooral groene eikels) zit een stof die giftig is voor dieren. Als deze heel door worden geslikt, kan dit ook voor verstopping zorgen. Kastanjes en dennenappels zijn niet giftig. Wel kunnen deze bij inslikken verstopping in de darmen veroorzaken. Pas hier goed op, dieren kunnen hier erg ziek van worden en kan alleen met een operatie worden opgelost.

Paddenstoelen

Paddenstoelen alle kleuren en vormen maken de herfst zeer sfeervol. Honden vinden dit tijdens wandelingen vaak erg interessant. Niet alle paddenstoelen zijn giftig, maar ze zijn er wel. Verschijnselen van een paddenstoelenvergiftiging zijn braken, buikloop en maagklachten. Mocht je deze verschijnselen herkennen bij jouw hond na een wandeling, neem dan contact op met je eigen dierenarts.

Takken

Honden vinden het een heerlijk spelletje om in het bos te gooien met stokken. Helaas kunnen deze speeltjes van de natuur schadelijk zijn voor je lieve maatje. Van een tak kunnen splinters komen die beschadigingen achterlaten in de mond en keel van je hond, deze wondjes kunnen gaan ontsteken. In plaats van een tak, heb je speciale werpsticks om ditzelfde spelletje te spelen.

Bron: Dierenapotheek.nl

overmatige energie kwijt raken!

vrijdag, 15 september 2023  

Hoe raakt mijn hond overmatige energie kwijt?

Je hond gaat regelmatig als een wervelwindje door het huis. Hij blijft je maar uitdagen voor een spelletje of lijkt doelloos en onrustig rond te lopen. Grote kans dat je hond nét iets meer energie heeft of zijn energie niet kwijt kan in jullie activiteiten samen. Hoe los je dit op voor je hondenvriendje?

Verschillend energieniveau per hond

Iedere hond heeft een eigen energielevel. Dit wordt deels bepaald door het ras of de kruising. Ook spelen karakter en leeftijd van je hond een rol. Een jongere hond is vaak energieker dan een hond op leeftijd.

Ben je nog geen baasje en wel van plan om een hond in huis te nemen? Lees je dan vooraf goed in over het ras dat je voor ogen hebt. Border Collies zijn bijvoorbeeld van oorsprong werkhonden die vee drijven en hebben meestal meer beweging nodig dan een Berner Sennen.

Oorzaken overmatige energie bij je hond

  • Je hond heeft een hoog energieniveau van zichzelf;
  • Verveling is toegeslagen bij je hond;
  • Je hond krijgt te veel prikkels;
  • Dagroutine ontbreekt voor je hond;
  • Je hond ervaart angst of stress;
  • Je hond krijgt te weinig beweging.

ADHD of hyperactiviteit kan voorkomen bij honden, al komt dit volgens onderzoek slechts voor bij een klein percentage. Kun je de oorzaak van de overmatige energie zelf niet achterhalen? Schakel dan een gedragstherapeut in.

Verveling bij je hond voorkomen

Als je hond verveeld is, gaat hij zichzelf opdrachten geven. Niet om jou dwars te zitten, maar toch kun je het als ongewenst gedrag ervaren als baasje. Je kunt verveling op de mogelijk manieren wegnemen:

  • Speel vaker een intensief spelletje voor lichamelijk beweging
  • Daag je hond geestelijk uit met hersenwerk
  • Vernieuw speeltjes in huis en wissel ze af
  • Ga samen een training volgen of sporten
  • Laat je hond vaker spelen met soortgenoten
  • Ga wat vaker wandelen met je hond

Honden zijn routinedieren

Net als mensen, hebben honden behoefte aan routine. Zo begrijpt je hond beter waar hij aan toe is en neem je twijfel en soms zelfs angst weg. Een duidelijk dagritme kan veel schelen voor een hond! Test het eens door een schema op te stellen voor eten, wandelen, spelen en rusten. Mogelijk heb je de oplossing tegen overactiviteit van je hond al te pakken!

Spelletjes en opdrachten voor je hond

Misschien heb je zelf niet direct tijd om meer samen te spelen. Wist je dat er ook interactieve speeltjes zijn? Een leuk voorbeeld is een voerbal of voerpuzzel. Je hond mag op deze manier werken voor het lekkers. Dat is de beste beloning ooit!

Ook kun je je hond betrekken bij je eigen dagelijkse activiteiten. Laat je hond een emmer of droogdoek dragen als je gaat schoonmaken of leer hem de post of andere items in huis aangeven. Een eenvoudig spelletje of opdracht kan veel plezier geven aan je hond. Vergeet je dat brokje als beloning niet? 😉

Canitrail is misschien wel dé ideale sport voor jullie samen

Als je een hond hebt die veel energie heeft, graag tempo maakt en van zijn wandelingen houdt en jij zelf ook sportief bent ingesteld dan kan canitrail een hele leuke sport voor jullie zijn. Hardlopen samen met je hond in de natuur, fijn voor jezelf én je hond! Worden jij en je hond daar blij van en wil je dit graag in wedstrijdverband gaan doen, ga dan canicrossen!

Fietsen met je hond

Het is misschien niet voor iedere hond of eigenaar, maar als het bij jou en je hond past een hele fijne uitlaatklep: fietsen met je hond! We hebben er meerdere artikelen over geschreven boordevol tips. Neem hier eens een kijkje als je meer wilt weten over het fietsen met je hond!

Is je hond zelfs na een lange wandeling nog te energiek?

Sommige honden lijken maar niet moe te worden… Ga dan eens met je hond speuren! Bij het speuren gebruikt je hond zoveel zintuigen en kost het hem vaak meer energie dan een lange wandeling. Je hond is moe en voldaan. Speuren zorgt daarnaast voor mentale rust. Probeer het eens bij een hondenschool bij jouw in de buurt.

1 2 3 23